woordwolk beelddenkenbeelden in je hoofd

Beelddenken

Beelden in je hoofd

Handleiding voor beelddenkers

Lot Blom

beelden in je hoofd omslag

lees meer >

 

 

Beelddenken is gebruik maken van de verbeelding om meerdimensionaal te denken. Ontdek je natuurlijke aanleg voor beelddenken!

Meerdimensionaal denken doen we allemaal. Wij mensen zien veel meer dan wat we met onze ogen zien. We zien niet alleen de afmetingen van iets, we zien ook de tijd en de ruimte. We nemen de context waar. Daarbij gaat het al om minstens vier dimensies. Meerdimensionaal denken is dus heel normaal.

Het begint met waarnemen, en wat je waarneemt verwerk je op een bepaalde manier. De manier van informatie verwerken en een plek in het geheugen geven, is niet voor iedereen hetzelfde, al zijn er natuurlijk overeenkomsten aan te wijzen. Dat mensen verschillende manieren van denken ontwikkelen, heeft vooral te maken met eigen voorkeur en met de toepassingen die ieder in zijn leven zoekt.

Veel mensen gebruiken voornamelijk een lineaire structuur, waarin volgorde een grote rol speelt. Lijndenkers kun je ze noemen. Lijndenken is handig en biedt in het dagelijks leven grote voordelen. Je zorgt dat je niet verder denkt dan de te volgen stappen. Je doet gewoon wat je moet doen en de kans dat het fout gaat is klein.

Beelddenkers nemen meerdere stappen tegelijk, waardoor je sneller en vaker dan bij lijndenken in meerdere dimensies geraakt. Het voordeel van beelddenken is dat je dieper ingaat op wat je doet, omdat je er meer bij kunt betrekken. Als je iets van meerdere kanten bekijkt, zie je veel mogelijkheden en kun je meer begrijpen. Je bent creatief en krijgt gemakkelijk nieuwe inzichten. Het nadeel is dat je niet altijd doet wat je moet doen en dat de kans dat het fout gaat groter is. Het kan zijn dat je afdwaalt, in de war raakt of bepaalde verbanden niet ziet. De informatie die je opneemt is dan onjuist of onvoldoende.

Beelddenken is handig, maar heeft bijwerkingen, zou je kunnen zeggen. Het is geen stoornis, maar een menselijke eigenschap die zich tot een talent kan ontwikkelen: het meerdimensionale denken. In de huidige beeldcultuur is het zelfs een groot voordeel als je er goed in bent.

Uit: Lot Blom, Beelden in je hoofd.

 

Maria Krabbe (1889-1967) gebruikte rond 1930 als eerste de term ‘beelddenken’ in het onderwijs.
Ze observeerde de kinderen die ze lesgaf omdat ze nieuwsgierig was geworden naar de leerlingen waarbij de normale werkwijze geen resultaat gaf, terwijl ze wel intelligent leken te zijn. Ze kwam tot de conclusie dat het aan hun denkwijze lag, dat ze anders dachten en daarom ook anders les moesten krijgen.

Haar waarnemingen brachten voor het eerst ‘woordblindheid’ in verband met beelddenken. Ze bundelde haar bevindingen in de compensatie- en correctiemethode, een totaal nieuwe benadering van het probleem.

Nel Ojemann en haar medewerkster Hester Brouwer zetten het pionierswerk van Maria Krabbe voort door het ‘anders leren’ op meerdere manieren vorm te geven. Ze ontwikkelde een test (het ‘wereldspel’) en materiaal waarmee beelddenkers op school herkend en geholpen kunnen worden.

In Amerika ontwikkelde Ron Davis een methode om dyslexie te corrigeren. Ook hij gaat ervan uit dat de gave van mensen met dyslexie en de problemen die ze ondervinden, dezelfde oorsprong hebben: de dyslectische denkwijze, het in beelden denken. Nel Ojeman en Ron Davis hebben elkaar een keer ontmoet en kwamen tot de slotsom dat ze het inderdaad over hetzelfde hadden.

Ojemann en Davis